Verslag bezoek van Arend en Annemiek naar Mangu van 14 februari tot 3 maart 2012 (Nigeria)

De meeste van deze patiëntjes zijn kinderen met extreme O en/of X benen. Hoe ouder deze kinderen worden en hoe zwaarder hun gewicht, des temeer de benen door gaan buigen. Je snapt soms niet, dat ze er nog op lopen kunnen. Het rechtzetten van die benen is heel dankbaar werk...

We zijn weer terug van (ver) weggeweest. Letterlijk ver weg, want 6 uur vliegen, maar in totaal, van hier naar werkplek, zo’n 24 uur onderweg.
En dan sta je in een totaal andere wereld: warm, vochtig maar ook dichte Harmatan, dus stoffig en beperkt uitzicht. Zie je in Nederland bijna niemand op straat, in Nigeria speelt het leven zich bijna letterlijk af op straat. Het is altijd weer verrassend om te ervaren hoe anders het leven er is maar ook hoe vertrouwd deze omgeving ons geworden is.
Moe van de lange reis rusten we woensdagmiddag eerst wat uit maar donderdagmorgen gaan we al meteen aan de slag.

Ons gezelschap bestaat dit keer uit 5 personen. Arend, Andries en ik en daarnaast nog twee, ons tot dan toe, onbekende reisgenoten: Jennifer, de vrouw van een anesthesist, die vorig jaar in oktober met het plastisch chirurgisch team is mee geweest en Marian een bijna afgestudeerde orthopedagoge, die ervaring heeft in het werken met gehandicapte kinderen in Afrika.

De eerste dag (donderdag dus) gaan we allemaal mee met Arend om de stroom nieuwe patiënten te bekijken. Het is weer een veelkleurig geheel. Aan het eind van de dag hebben we ongeveer 120 kinderen en jongvolwassenen gezien, waarvan er 65 op de operatielijst komen. Iets minder dan andere jaren. In de loop van de weken komen er nog een aantal kinderen bij. Iedere middag, na het opereren, worden er nog weer nieuwe patiënten gezien en zo worden er uiteindelijk 83 kinderen geopereerd. De meeste van deze patiëntjes zijn kinderen met extreme O en/of X benen. Hoe ouder deze kinderen worden en hoe zwaarder hun gewicht, des temeer de benen door gaan buigen. Je snapt soms niet, dat ze er nog op lopen kunnen. Het rechtzetten van die benen is heel dankbaar werk.

Kinderen of jongvolwassenen met vergroeiingen door polio zien we gelukkig steeds minder. Toch hebben we nog 7 kinderen operatief geholpen. Soms komen ze te laat en zijn ze te oud om nog iets voor ze te kunnen doen, behalve dan adviezen geven over mogelijkheden die er nog wel zijn om het leven toch zo zinvol en aangenaam mogelijk te maken, bijv. door scholing en/of hulpmiddelen. Gelukkig ontdekken we soms ook een nieuw geval van polio al heel op tijd, in het beginstadium, zodat een operatie niet nodig is maar alleen fysiotherapie en tijdig verstrekken van hulpmiddelen al voldoende is. Steeds meer ouders herkennen de ziekte eerder en zoeken sneller hulp. Aan het voorkomen van poliomyelitis, door een goed werkend vaccinatieprogramma, wordt in Nigeria hard gewerkt.

Ook zijn er dit jaar weer een aantal kinderen met klompvoeten geopereerd. Het aanbod van kinderen met klompvoeten is groot en ouders komen steeds eerder met deze kinderen naar het ziekenhuis. Veel van deze jonge kinderen verwijzen we door naar de fysiotherapie. Opereren van een klompvoet vergt een heel intensieve nabehandeling, wat voor sommige patiënten toch een bijkomend probleem is, waardoor er nogal eens sprake is van terugval; jammer, en iets om nog eens goed over na te denken. 10 kinderen met klompvoeten werden operatief geholpen.
Arend is beide weken vooral druk met opereren en Andries assisteert hem daarbij.

De dames; Jennifer, Marian en ik zijn de volle twee weken op het schoolterrein te vinden. Jennifer heeft geld geschonken aan de school om een speciale onderwijzer aan te stellen voor de kinderen met ‘specifieke behoeften’: een ‘special-needs-teacher’. Daarom willen we de komende weken de kinderen allemaal ‘in kaart brengen’ en een leerprogramma opzetten.
Vrijdag zijn we al meteen begonnen met ‘ouder’-gesprekken.
Samen, met een team van 4-6 mensen, bestaande uit Jennifer, Marian en mij en Bitrus, het hoofd van de school, Amos, de net afgestudeerde ‘special-needs-teacher’ en Yusuf (een psychiatrische verpleegkundige die sinds kort in het ziekenhuis werkt), hebben we deze ‘ouder’-gesprekken gevoerd.

Dit ging in bijna perfecte samenwerking: vragen, vertalen, doorvragen, enz. In totaal hebben we 15 gesprekken kunnen voeren; soms met een oma, vaak met alleen de moeder óf alleen de vader. Dit was heel leerzaam en ook zeer zinvol. Nooit eerder deed zich de mogelijkheid voor om zoveel te horen over de persoonlijke én culturele achtergronden van deze moeilijk te begrijpen en te benaderen kinderen. Een gouden kans om ze beter te leren kennen en daardoor wellicht ook makkelijker contact te kunnen leggen.

Tot mijn verrassing had Malam Bitrus Bangs, het hoofd van de school, inmiddels 11 van zijn leerlingen aangemeld bij ‘het Liliane Fonds’. Deze kinderen worden nu allemaal financieel ondersteund door dit fonds met schoolgeld en vergoeding voor medische behandeling. Bitrus houdt netjes de dossiers van deze kinderen bij. De aanpak van het Liliane Fonds sloot mooi aan bij onze plannen. Zo konden wij gebruik maken van hun formulieren en van de meeste, gehandicapte kinderen, die op deze school zitten, een dossier aanleggen.

Daarna konden we de 23 jongens en meisjes, die intern wonen bij de school en variëren in leeftijd van 6 tot 30! jaar, indelen in niveaugroepen en een soort lesprogramma opstellen voor individuele of groepsgewijze bijlessen. Deze lessen zullen gegeven worden na schooltijd van twee tot zes uur.
Ook wordt er gewerkt aan andere vaardigheden, zoals: haren vlechten, breien, naaien, hout bewerken, e.d. We zijn heel benieuwd naar de resultaten.

In de tijd die over was hebben we ook nog weer een aantal mensen opgezocht, zoals de leprapatiënten, die nog steeds dicht bij het ziekenhuis wonen, Foulani boeren met een islamitische achtergrond maar altijd meelevend met het werk dat in het ziekenhuis (christelijk) wordt gedaan e.a.
Velen hebben hun dank geuit jegens, en de hartelijke groeten meegegeven, aan onze ‘achterban’.
Bij deze dus aan alle lezers een hele hartelijke groet en veel dank!

Annemiek v.d. Venis.