Verslag werkbezoek 2009 van Arend en Annemiek van de Venis

Wanneer een jongen of meisje een goed antwoord geeft op een vraag wordt er door de hele klas in een vast ritme, instemmend geklapt, erg leuk, èn je houdt ze bij de les! Soms wordt er, bij de jongsten, tussendoor een bewegingsliedje gezongen...

Voor de derde keer zijn we 2 weken naar Nigeria geweest om daar te werken in het ziekenhuis, waar we ook in de jaren ’80 ruim 4 jaar gewerkt hebben. Dit keer hadden we gezelschap van Ethel Brummelman. Als verpleegkundige en diaconielid en ‘liefhebber’ van Afrika was zij bijzonder geïnteresseerd in het reilen en zeilen in en rond een ziekenhuis als dit. Zij schrijft hierover zelf een stukje.

Doel van onze reis is steeds het opereren van lichamelijk gehandicapte kinderen. Arend richt zich daarbij op operaties, waarbij kromgegroeide benen worden rechtgezet. In grote lijnen gaat het om 3 verschillende aandoeningen: de klompvoeten, de O en X benen, contracturen (vervorming en verstijving) bij kinderen met poliomyelitis (kinderverlamming).

Al op de eerste (donder)dag na aankomst beginnen we meteen met het zien en selecteren van patiëntjes. Op één heel lange dag (van acht tot acht) zien we 150 kinderen en jongvolwassenen. Ze waren al voorgeselecteerd en daarom konden we maar liefst 80 van hen op de operatielijst zetten. Op zo’n dag zie je ongelooflijk veel kinderen, afwijkingen en rariteiten aan je voorbij gaan. Daarom is die eerste dag altijd erg interessant, indrukwekkend en intensief.

Op vrijdag (13 november) begon om 8.00 uur de eerste operatiedag. Deze eerste dag waren Ethel en ik er ook bij. Er stonden 10 kinderen op de lijst. Gelukkig kwam er ook assistentie van een Nigeriaanse arts; dr. Ashom. Het is altijd weer afwachten want er zijn in dit ziekenhuis ook vele andere werkzaamheden en taken die verricht moeten worden. Dr. Ashom, een vriendelijke hardwerkende arts is verantwoordelijk voor een groot deel van deze taken. Hij is ook degene die meestal mee opereert. Hij wil graag in opleiding voor chirurg.

Ook op de zaterdag is er flink doorgewerkt. Gemiddeld werden er 10 ‘kinderen’ per dag geopereerd, soms meerdere ingrepen aan een been of aan beide benen. Het is dan een drukke bedoening op de OK. Terwijl er 2 artsen staan te opereren en enkele mensen assisteren, moet er in een aangelegen kamertje ook meteen gegipst worden. Alhoewel alles steriel toegaat, is het voor Nederlandse begrippen wel ongewoon simpel en rommelig maar ‘het werkt’. Op zijn Nigeriaans zijn er in totaal toch maar weer 80 kinderen geholpen in deze 2 weken.

Terwijl Arend opereerde, gingen Ethel en ik naar allerlei andere ‘locaties’ op het ziekenhuisterrein. Er is zoveel te zien, te horen en te leren. Voor mij bestaan deze twee weken (behalve de eerste dagen, dan sta ik Arend bij) vooral uit: bezoeken, contacten leggen en onderhouden, praten, luisteren, mijn licht opsteken, goed om me heen kijken, overleggen, overwegen, balletjes opwerpen, plannen maken enz.

Heel leuk was het om samen met Ethel lessen bij te wonen op de gemengde school voor gezonde en gehandicapte kinderen. Het enthousiasme was groot. In de lagere klassen zaten meer dan 50 kinderen. Dit vergt een andere, minder individuele, aanpak dan in Nederland. Heel klassikaal. De kinderen worden betrokken door ze hardop te laten herhalen, antwoorden, vragen, antwoorden, herhalen, herhalen enz. Wanneer een jongen of meisje een goed antwoord geeft op een vraag wordt er door de hele klas in een vast ritme, instemmend geklapt, erg leuk, én je houdt ze bij de les! Soms wordt er, bij de jongsten, tussendoor een bewegingsliedje gezongen. Ieder half uur wordt er van onderwerp (vak) gewisseld. Ergens wordt een arm uit een (kapot) raam gestoken en met een bel geklingeld: een corveeër uit de 6e klas! De kleintjes mogen dan even naar buiten, uitrazen. In de hogere klassen (3-6) wordt er van leraar gewisseld.

We zijn ook een aantal keren in en bij de dag/nachtverblijven geweest. Na schooltijd zitten de meisjes daar bijv. hun kleren te wassen buiten of elkaars haren te vlechten. We hebben zo goed en zo kwaad als het ging contact proberen te leggen met de gehandicapte kinderen die daar verblijven. Dat is nog niet zo makkelijk. De afstand tussen hen en ons is in hun beleving waarschijnlijk wel erg groot. Toch lukt het soms om een beetje in gesprek te komen.

Het verschil ís ook wel erg groot. Dat ervaar je bijvoorbeeld wanneer je de leprapatiënten in hun afgezonderde huisjes bezoekt. Het lijkt zo idyllisch maar het is eigenlijk één groot gebrek aan alles: contacten, goed eten, kleding, scholing enz. Toch zijn deze mensen heel dankbaar voor hun plekje hier en het sociale leven. Hun kinderen kunnen zelfs naar school!

Rijkdom en armoede zijn begrippen waar je heel verschillend tegenaan kunt kijken. Wat oogt als armoede kan ook nalatigheid zijn of desinteresse. Echte armoede is meestal verborgen, onzichtbaar, geïsoleerd en donker. De zieke mens, de aidspatiënt, de leprapatiënt, het gehandicapte kind, zij zijn arm, wanneer ze niet gezien worden. Dáárom zijn deze mensen zo dankbaar wanneer er oog is voor hun marginale bestaan. Dáárom zijn deze mensen zo blij wanneer je ze ziet staan.

Samen: Arend, Ethel en Annemiek, hebben we natuurlijk ook heel veel genoten van de ‘warmte’, de contacten, de natuur, het eten en al ‘het andere’.
Nu zijn we weer terug en dan begint de ‘verwerking’. Het verwerken van de indrukken, de nieuwe informatie, de toekomst (hoe gaan we verder?) enz. Het vraagt altijd heel wat denkwerk, overleg en bezinning om zo goed, zo eerlijk, en zo verstandig mogelijk met de twee culturen om te gaan.

Om zinvol te kunnen werken moet je gevoel en verstand vaak goed van elkaar weten te scheiden. Er zijn zoveel ‘behoeften’. Je zou overal wel in willen springen. Maar de prikkel om ooit tot enige verandering te komen in het Nigeriaanse gezondheidszorgsysteem, zodat er hulp en zorg is voor iedereen, moet blijven. Dus verlenen wij vooral hulp aan de meest marginale groepen, zoals we tot nu toe gedaan hebben. De groep die het meest te lijden heeft onder het feit dat dit systeem er nog niet is: de ‘echte’ (kans)armen.

We doen het graag! We zijn heel dankbaar dat we dit werk kunnen en mogen doen. We zijn óók heel dankbaar voor alle ondersteuning die we krijgen vanuit Brummen en onze gemeente. Dat we op deze wijze twee werelden met elkaar kunnen verbinden en een soort kruisbestuiving kunnen realiseren ervaren we als een taak, maar ook en vooral als een voorrecht.

Bij de school (slaapvertrekken) hopen we verlichting aan te kunnen leggen op zonne-energie, zodat de jongens en meisjes in het donker beter de weg naar het toilet weten te vinden. Bedplassen is een bijkomend probleem bij (deels) verlamde kinderen. Ook willen we graag muskietennetten aanschaffen voor de kinderen in de slaapzalen.
Zo kunnen we steeds kleine beetjes bijdragen aan een iets gerieflijker en hygiënischer bestaan voor deze kinderen.

Nogmaals onze hartelijke dank en een hartelijke groet vanuit Mangu, Nigeria, namens alle betrokkenen daar, aan alle mensen en groepen hier, die ons zo van harte steunen!

Arend en Annemiek van de Venis